Regisseur Steve McQueen was aanvankelijk niet van plan het vuistdikke boek Atlas van een bezette stad, geschreven door zijn partner Bianca Stigter, te verfilmen. Hij zocht vooral naar een manier om het rijke verleden van Amsterdam tot leven te wekken.
'Wanneer ik hier als inwoner van Amsterdam over straat liep, voelde het alsof ik door geesten omgeven werd,' vertelt McQueen. 'Je ziet de stad zoals de bewoners uit vorige eeuwen ‘m gezien hebben.' Dat idee wilde hij als kunstenaar overbrengen. Zo overwoog hij om archiefbeeld uit de jaren ’40 te gebruiken en dat over beelden van het hedendaagse Amsterdam te leggen.
Op het moment dat deze ideeën ontstonden, werkte historicus Stigter aan Atlas van een bezette stad: een boek waarin van straat tot straat, van deur tot deur de oorlogsgeschiedenis van Amsterdam tot leven komt. McQueen blikt terug: 'Ik dacht: wat als ik het verleden in tekstvorm weergeef en voor het heden filmbeelden gebruik? Toen heb ik Bianca gevraagd of ik de teksten van haar boek mocht gebruiken als voice-over en het zo met mijn idee te combineren.'
Stigter zag meteen potentie. 'Ik vond het een fantastisch idee. Het is een nieuwe, originele wijze om de geschiedenis te laten zien. In elk beeld van de film zijn het verleden en het heden aan elkaar gekoppeld, steeds op een andere manier.'