Met deze week de volgende documentaires: 'Home Game' van Lidija Zelovic, 'Als de zee' van Sophie van Bree, 'Hiernamaals' van Doris Vervuurt en 'Caretaker' van Veronica Wood.
Home Game (94 min.)
‘Lidija kan zich niet voorstellen dat haar wereld zou kunnen verdwijnen’, vertelt Lidija Zelovic in de persoonlijke documentaire Home Game (94 min), in de derde persoon, over haar vroegere zelf. ‘Dat oorlog ook haar kan overkomen. Dus zelfs als ze zelf de oorlog aankondigt, heeft ze dat niet door.’
‘In Bonn wordt de erkenning van Slovenië en Kroatië geëist’, leest een jonge Zelovic vervolgens, begin jaren negentig, voor in een Joegoslavische nieuwsuitzending. ‘De Kroatische president Franjo Tudjman heeft de bewegingsvrijheid beperkt van alle mannen tussen achttien en zestig jaar oud’, zegt ze in een ander journaal. Gevolgd door, in alweer een uitzending: ‘Rond één uur vannacht heeft er een schietpartij plaatsgevonden in Pakrac. Het mortiervuur duurde tot half acht in de ochtend. Tientallen gebouwen werden geraakt. De watertoevoer is afgesloten.’
En dan is die oorlog inderdaad begonnen. Joegoslavië, bijna dertig jaar bijeengehouden door de almachtige leider Josep Tito, spat uiteen. Ideeën over broederschap, eenheid en multiculturalisme sterven een pijnlijke dood. ‘De ander’ wordt voortaan beschouwd als een gevaar. Lidija Zelovic vlucht uiteindelijk van Sarajevo naar Nederland en bouwt daar als jonge vrouw een nieuw bestaan op. Haar familieleden volgen enkele jaren later. Samen met hen maakt ze in de egodocu My Own Private War (2015) de balans op van wat die oorlog in hun levens heeft aangericht.
Negen jaar later zijn er opnieuw belangrijke bijrollen voor Zelovic’s ouders Vojo en Vesna, haar broer Davor en zoon Sergej in Lidija’s nieuwe film over het leven dat ze nu al ruim dertig jaar leidt in Nederland, een land van rust, orde en harmonie. ‘Wat een ongelooflijk geluk dat ik hier terecht ben gekomen!’ constateert ze eerst nog, om later tot de conclusie te komen dat ze hier altijd ‘een vluchteling’ blijft. Intussen raakt ook dat gelijkmatige Nederland op drift. In het land dat van polderen haar tweede natuur had gemaakt begint het te rommelen, donderen en bliksemen.
Bij haar eigen familie, die aan den lijve heeft ondervonden hoe alsmaar oplopende polarisatie kan uitmonden in oorlog, komen de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh, de opkomst van Geert Wilders en het Toeslagenschandaal extra hard binnen. En Lidija heeft altijd een camera bij de hand om haar eigen bespiegelingen, de gesprekjes met haar opgroeiende zoon en de discussies binnen de familie vast te leggen. Zelf is ze er bepaald niet gerust op. ‘Hier gaat het niet escaleren’, herhaalt Lidija in een krachtige scène tegen zichzelf. ‘Hier gaat het niet escaleren.’
Home Game is behalve een zelfportret van een vrouw die de zwartgeblakerde ziel van haar moederland met zich meedraagt ook een film over twee werelden. Die zijn bij de Zelovicen volledig met elkaar versmolten geraakt. Terwijl ze gezamenlijk naar voetbalwedstrijden van Ajax kijken, discussiëren ze ongemeen fel over de Bosnische aanvaller Edin Džeko. Tijdens een trip naar haar geboorteland ontspant moeder Vesna zich met het Nederlandse televisieprogramma We Zijn Er Bijna. En Lidija’s broer Davor galmt thuis al z’n emoties eruit bij een levenslied van André Hazes.
Tegelijkertijd maakt deze film tastbaar hoe ze stuk voor stuk de herinnering aan het voormalige Joegoslavië met zich meedragen – en de waarschuwing die daarvan uitgaat. Welvaart en voorspoed mogen nooit vanzelfsprekend worden. ‘Mijn beste kinderen, als alles in je leven prachtig lijkt, doe dan een steen in je schoen’, zei Lidija’s grootmoeder, die zelf twee wereldoorlogen overleefde, vroeger tegen haar. ‘Zodat er iets is dat je dwarszit.’ Ze moesten er altijd en overal op voorbereid zijn dat het dak van de wereld met donderend geraas naar beneden zou kunnen komen.
Daarmee doet Home Game ook onvermijdelijk nadenken over Nederland. Kan het ook hier zo gaan? Dat de oorlog in feite al is aangekondigd, zonder dat iemand ‘t echt doorheeft?
Als de zee (25 min.)
Een jaar eerder ging de 25-jarige Kim Smits naar de zee om erin te verdrinken. In de immersieve korte documentaire Als de zee (25 min.) van Sophie van Bree keert ze terug naar het water, voor een surftherapie met andere jongeren met psychische problemen.
Tussendoor was er een crisisopname, waarvan Kim nu nog moet loskomen. Ze zoekt dwangmatig naar houvast. Grip op haar bestaan, op zichzelf. Haar handen tasten voortdurend haar directe omgeving af. Een kastdeurtje, een kassabon, een fles water. Op zoek naar zekerheid, de controle die nooit helemaal komt.
Kim kan zich geen leven voorstellen zonder een monstertje in haar hoofd. Er mag op zich best iemand in haar hoofd wonen, denkt ze hardop, zolang die lieve dingen tegen haar zegt. Intussen blijft de camera heel dicht bij de jonge vrouw in de buurt en vangt haar permanente onrust en de pogingen om die te bezweren.
Ze moet vertrouwen krijgen in zichzelf, zegt Kims begeleider. Dat voelt alleen alsof ze aan haar lot wordt overgelaten. In de zee, zo laten Van Bree en haar cameraman Rogier Timmermans treffend zien, wordt Kim gedwongen om zich over te geven. De golven beuken soms tegen haar aan, maar voeren haar evengoed mee.
Subtiel toont Als de zee, ingekaderd met telefoongesprekken van Kim met haar ouders, hoe de kwetsbare jonge vrouw stukje bij beetje iets van haar zelfvertrouwen hervindt. Tegelijkertijd is zij ook bang dat het goed zal gaan. Want dan verliest ze haar rol als patiënt. ‘Wat blijft er dan over?’