In Nederland is de band nooit zo groot en bekend geworden als in andere landen, heb je een idee waarom?
'Dat heb ik eigenlijk ook nooit echt begrepen, het heeft me altijd verbaasd en 25 jaar lang beziggehouden. Maar ik zie wel dat in Nederland de wat 'serieuzere popmuziek' al snel in het 'alternatieve hoekje' wordt gezet. En Nederlanders zijn niet zo alternatief. Als je hier in 'niet heel erg standaard kleding' over straat loopt, word je al snel nagekeken.'
Terug naar jouw ontluikende liefde voor de muziek van Depeche Mode. Hoe groeide die verder?
'Op een gegeven moment besloot ik een Nederlandse fanclub te runnen, samen met nog een aantal mensen. Dat ging eigenlijk vanzelf: we gaven een aantal Depeche Mode Partys, en op concerten kwam je elkaar dan tegen. Ook organiseerde ik reisjes naar concerten in het buitenland, dat was heel intensief maar ook heel leuk om samen te doen.
Inmiddels heb ik Depeche Mode een keertje of vijftien zien optreden. Vroeger ging ik ervoor naar het buitenland, dan wilde ik van één tournee meerdere optredens meepikken. Maar dat doe ik tegenwoordig niet meer. Als je naar een concert wil en écht wilt genieten, dan moet je wel een beetje vooraan staan, maar de fysieke aanslag is dan ook meteen heel groot.'
Wat was het hoogtepunt van die fanclub?
'Er waren heel veel hoogtepunten. Maar vooral het samen naar concerten in het buitenland gaan met een hele groep: Londen, Arras in Frankrijk, Hamburg, Dusseldorf. Vaak gingen we met een groot aantal van tevoren al naar de stad waar het concert was.
Het ging ook echt om die reis, de voorpret. Het was altijd geweldig om daar te zijn en samen tijd door te brengen. En dan werd de reis natuurlijk ook nog afgesloten met het concert, maar daar draaide het niet eens echt om. De reis en het samen ergens naartoe leven, dat was ook al echt fantastisch.'