We ontmoeten de regisseur in het bruisende Documentairepaviljoen in het Vondelpark. Het is twee dagen na de wereldpremière van zijn afstudeerfilm Kus kus beng beng in Tuschinski tijdens IDFA 2025.
Hoe gaat het nu met je, met een afstudeerfilm op het prestigieuze IDFA?
Ollie Launspach: ‘Ja, dat is best vreemd. Het legt de lat wel hoog. Nu ben ik bang dat ik dit nooit meer kan gaan toppen. Ik ben een enorme geluksvogel dat dit gebeurt met mijn afstudeerfilm, dus ik hoop dat het balletje gaat rollen. Ik heb veel zin om weer te gaan maken. Maar ik sta ook gewoon drie dagen per week in de horeca, wat ik prima vind. Alleen mijn ego vindt het soms even moeilijk.’
Over ego’s gesproken: je film toont een persoonlijke zoektocht en worsteling. Klopt het cliché dat alle afstudeerdocumentaires egodocumenten zijn?
‘Nee, de Filmacademie wil zelfs liever dat je dat niet doet. Want het zorgt nog wel eens voor problemen binnen de crew. Je studeert natuurlijk met de hele lichting af en niet alleen jij als regisseur. Dus er is niet heel veel ruimte om een persoonlijk onderzoek te doen. Maar bij mij gebeurde het gewoon. Ik mocht van mijn vriendin Sterre voor research naar een ander filmplan een aantal stukken uit haar dagboek lezen. Daarin las ik allemaal gedachtes van haar die ik nog niet kende. Als partner vond ik dat heel spannend en eng, maar als regisseur raakte ik gefascineerd. Hier zat een verhaal in. En toen zijn we vrij snel daarna gaan draaien. Haar dagboeken zijn een belangrijk onderdeel van de film.'