In Nederland groeien ruim honderdduizend kinderen op rond de armoedegrens. Voor de documentaireserie ‘Opgroeien met tegenwind’ (BNNVARA) zijn twee jaar lang diverse gezinnen gevolgd die met weinig geld moeten rondkomen. Wat voor effect heeft opgroeien in armoede op kinderen als ze volwassen zijn? En wat is een effectieve bestrijding van armoede? NPO Doc sprak erover met bijzonder hoogleraar Kinderarmoede Nicole Lucassen.

Sinds 2022 is Nicole Lucassen de eerste bijzonder hoogleraar Kinderarmoede van Nederland aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Ze doet onderzoek naar de effectiviteit van armoedebestrijding gericht op kinderen en jongeren. Dit onderzoek is geïnitieerd door Gemeente Rotterdam en Nationaal Fonds Kinderhulp.

Lucassen: ‘Als bijzonder hoogleraar kom ik veel in de praktijk. We volgen als onderzoeksteam met professionele hulpverleners die ondersteuning geven aan Rotterdamse gezinnen om op te halen wat er écht speelt. En wat wij als wetenschappers voor hen kunnen betekenen.’

Je hebt de eerste aflevering van ‘Opgroeien met tegenwind’ gezien. Wat vond je ervan?
‘Ik vond het zó raak in beeld gebracht. Het is net alsof je meeloopt met ons onderzoek. Het laat op een heel passende manier het dagelijks leven van mensen in armoede zien, en ook wat er in hun hoofden omgaat. Het is integer gefilmd, niet op zo’n sensationele manier.’

De serie laat op een heel passende manier het dagelijks leven van mensen in armoede zien, en ook wat er in hun hoofden omgaat

Bijzonder hoogleraar Kinderarmoede Nicole Lucassen

Still uit 'Opgroeien met tegenwind'

In de serie horen we schrijnende voorbeelden van mensen met kleine kinderen die van twintig euro per week rond moeten komen. Hoe extreem zijn deze voorbeelden?
‘Dit komt echt voor. Dat bijvoorbeeld om vijf uur op vrijdagmiddag de koelkast leeg is en mensen niet weten hoe ze het weekend moeten doorkomen. Of bijvoorbeeld dat gezinnen leven op water en brood en kinderen geen lunch mee naar school krijgen. Het zijn helaas geen unieke voorbeelden.’

Opgroeien in armoede kan effect hebben op alle domeinen van de ontwikkeling van kinderen. Er wordt zelfs gesteld dat als je op latere leeftijd uit de armoede raakt, de armoede toch je hele leven bij je blijft

Bijzonder hoogleraar Kinderarmoede Nicole Lucassen

We horen ook hoe het voor een tienerdochter is dat haar moeder weinig geld heeft. Wat doet het met een kind als het gezin in armoede opgroeit?
‘Opgroeien in armoede kan effect hebben op alle domeinen van de ontwikkeling van kinderen. De sociale en cognitieve effecten komen ook terug in deze documentaireserie. Zo horen we dat iemand al jaren geen mensen meer thuis uitnodigt. En een uitnodiging voor een kinderfeestje verstoppen zodat je ouders geen cadeautje hoeven te kopen. Dat zijn allemaal dingen waar kinderen in armoede over nadenken. Er wordt zelfs gesteld dat als je op latere leeftijd uit de armoede raakt, de armoede toch je hele leven bij je blijft. Het gevoel dat je er niet helemaal bijhoort, dat je anders bent.

En dan is er nog het fysieke effect. Als je in armoede leeft is er meer kans op complicaties tijdens de zwangerschap en bij de geboorte. Ook later in het leven is er meer kans op ziekte en een lagere kwaliteit van leven.

Ik vind het wel heel bewonderenswaardig dat veel gezinnen in armoede een enorme veerkracht hebben. Ondanks dat zij niks te besteden hebben, zetten ze zich elke dag weer in om hun weg te vinden en eten op tafel te krijgen. Er zit natuurlijk een hele negatieve kant aan armoede, maar er zitten ook kanten van veerkracht aan die we soms over het hoofd zien.’

Still uit 'Opgroeien met tegenwind'

Armoede is een taboe. Het is best wel een drempel om aan te geven dat je het niet redt

Bijzonder hoogleraar Kinderarmoede Nicole Lucassen

Armoede speelt zich vaak af achter de voordeur. Is schaamte de belangrijkste oorzaak?
‘Armoede is een taboe. Het duurt relatief lang voordat mensen aan de bel trekken als er iets speelt. Ouders hebben het gevoel dat ze het zelf moeten oplossen. Dat heeft misschien ook wel met de individualisering van de samenleving te maken: “Jij bent verantwoordelijk voor jouw kinderen, dus je moet ook je zaken op orde hebben”. Het is best wel een drempel om aan te geven dat je het niet redt. Een stukje trots speelt waarschijnlijk ook mee.’

En het toeslagenschandaal?
‘Dat ook. We horen van ouders dat ze bang zijn om bepaalde regelingen aan te vragen. Want: wat als het wordt teruggevorderd en je hebt het geld niet meer? Maar er zijn ook gezinnen die gedupeerd zijn die als fraudeur zijn aangemerkt en dat niet nog eens willen meemaken. Er is veel wantrouwen richting de hulpverlening en overheid. Mensen zijn bang dat jeugdzorg ingrijpt als duidelijk wordt dat de zorg voor hun kinderen misschien niet voldoende is.’

Still uit 'Opgroeien met tegenwind'

De serie toont verschillende (burger)initiatieven om gezinnen in armoede te helpen. Hoe duurzaam zijn deze in het bestrijden van armoede?
‘Hulp vanuit fondsen wordt wel eens bekritiseerd als ‘pleisters plakken’. Armoede is een heel groot systemisch probleem. Zo is het sociaal minimum vaak te laag om echt goed van rond te komen. Ook huisvestingsproblemen kunnen we niet aanpakken. Mijn collega Mariëtte Lusse formuleert het heel treffend: “Natuurlijk is een structurele oplossing veel beter, maar zolang het bloedt, is een pleister wel nodig.” Een fonds of buurvrouw die een bed, laptop of gevulde boodschappentas regelt, is natuurlijk niet dé oplossing tegen armoede, maar verlicht op dat moment wel de meest acute nood.’

Je kunt de schuld van leven in armoede niet bij individuen neerleggen. Het is een maatschappelijk en systemisch probleem waar we allemaal verantwoordelijk voor zijn. De eerste stap is dat erkennen'

Bijzonder hoogleraar Kinderarmoede Nicole Lucassen

Wat zou er moeten gebeuren om het armoedeprobleem wel structureel op te lossen?
‘Er is een soort mythe rondom armoede, dat dit het gevolg is van individueel falen. Dat klopt niet. Je kunt de schuld van leven in armoede niet bij individuen neerleggen. Het is een maatschappelijk en systemisch probleem waar we allemaal verantwoordelijk voor zijn. De eerste stap is dat erkennen, zodat we ons ook iets meer betrokken voelen.

Vervolgens is er een sociaal minimuminkomen nodig dat ook een buffertje biedt voor wanneer, bij wijze van spreken, de wasmachine ermee ophoudt.

Daarnaast is ons toeslagenstelsel een groot oerwoud. Het is enorm ingewikkeld, zeker voor mensen die al dagelijks met stress te kampen hebben. Maak dat gewoon veel simpeler. Kijk per persoon wat iemands inkomen is en waar die persoon recht op heeft.

Ook is een integrale aanpak van groot belang. Een van de grootste knelpunten is huisvesting. Mensen leven met te veel op te weinig vierkante meters of in beschimmelde huizen. Dat heeft zo veel gevolgen. Een kind krijgt eerder astma, moet naar het ziekenhuis, enzovoorts. Armoede gaat over beleidsdomeinen heen, maar dat wordt op landelijk en lokaal niveau nog niet altijd zo gezien. Armoede zit in huisvesting, veiligheid, jeugd, preventie, etcetera.

Tot slot merk ik dat er niet altijd even goed geluisterd wordt naar de behoeftes van ouders en kinderen. Veel wordt vanuit de beste intenties bedacht, maar niet alles werkt voor iedereen. Ik denk ook zeker dat de stem van kinderen veel sterker gehoord moet worden. Doe het echt met de mensen om wie het gaat en bedenk niet zelf wat er nodig is.’