In de vierdelige documentaireserie ‘Het Complot’ (EO) onderzoekt regisseur Joost Engelberts het zogenoemde ‘Complot van Bodegraven’. Tijdens de coronapandemie ontstond er een cultus rond Joost Knevel, die beweerde als kind slachtoffer te zijn geweest van een pedofiel netwerk. Prominente figuren uit onze regering zouden daarbij betrokken zijn geweest.

Hoe ontstaat zo'n theorie, wie gelooft erin en welke gevaren brengt complotdenken met zich mee? NPO Doc sprak met hoogleraar Jan-Willem van Prooijen, expert op dit gebied.

Het Complot van Bodegraven

Het 'Complot van Bodegraven' ontstond tijdens de coronatijd en begon bij Joost Knevel. Hij beweert slachtoffer te zijn geweest van een pedofiel netwerk dat in de jaren tachtig actief was in Bodegraven en waarbij een elite kinderen zou onderwerpen aan Satanisch Ritueel Misbruik (SRM). Aanvankelijk verspreidt hij zijn verhaal alleen via zijn eigen kanalen, maar al snel pikte Micha Kat en Wouter Raatgever van ‘The Red Pill Journal’ het verhaal op, en kreeg het een groot bereik.

Duizenden mensen geloofden Knevels wilde beschuldigingen over misbruik en zelfs moord, en hij wees - onterecht - overleden kinderen uit Bodegraven aan die ook slachtoffer zouden zijn geweest. In Het Complot zoekt Joost Engelberts uit hoe het kan dat deze beweringen konden uitmonden in intimidatie, bedreigingen en fundamenteel wantrouwen tegenover de Nederlandse overheid.

Still uit 'Het Complot'

De complottheorie van satanisch ritueel misbruik is extreem, maar volgens hoogleraar Van Prooijen toont dit hoe complotdenken in essentie werkt: ‘Een complottheorie is het vermoeden dat een groep kwaadwillende mensen in het geheim samenzweert om hun doelen te bereiken. Dat idee hoeft niet groots te zijn: zelfs op de werkvloer kom je het tegen, wanneer werknemers denken dat managers stiekem afspraken maken die voor hen verborgen blijven. Soms is wantrouwen terecht, maar in veel gevallen is het pure speculatie.’

Soms is wantrouwen terecht, maar in veel gevallen is het pure speculatie

Jan-Willem van Prooijen

Eeuwenoude patronen in een modern jasje

Hoewel Knevels verhaal persoonlijk, extreem en uniek klinkt, is het niet nieuw. Het idee van elites die kinderen misbruiken in satanische rituelen komt al veel langer voor.

Van Prooijen: ‘Het idee dat elites kinderen ontvoeren en hun bloed drinken is minstens tweeduizend jaar oud. In de Middeleeuwen werden Joden ervan beschuldigd christelijke kinderen te ontvoeren en hun bloed te gebruiken in rituelen. Zulke mythen keren telkens terug in nieuwe gedaanten en verschillende culturen. Wat Knevel deed, was een eeuwenoud verhaal in een nieuw jasje steken.’

Wat Knevel deed, was een eeuwenoud verhaal in een nieuw jasje steken

Jan-Willem van Prooijen

Crisissituaties als broedplaats

Knevel verspreidde zijn theorie tijdens de coronapandemie: een periode van grote onzekerheid. Volgens de hoogleraar is dat ook een terugkerend fenomeen in de geschiedenis: ‘Complottheorieën gedijen in crisistijd. Tijdens corona schoten ze als paddenstoelen uit de grond: over vaccins, 5G of dat het virus in een laboratorium was gemaakt.'

Ook in de geschiedenis zie je dit terug, vertelt de hoogleraar: 'Zo werden Joden tijdens de builenpest beschuldigd van het vergiftigen van de waterbronnen in Christelijke wijken en geloofden Amerikanen ten tijde van de Spaanse griep dat Duitsers het virus expres hadden verspreid. In tijden van onzekerheid groeit de behoefte om een schuldige aan te wijzen.’

Still uit 'Het Complot'

Ondanks dat het Pieter Baan Centrum vaststelde dat Knevel lijdt aan paranoide wanen, geloofden duizenden mensen zijn claims. Hoe kan dat toch? Volgens van Prooijen is dat eigenlijk minder vreemd dan het lijkt: ‘Complotdenken biedt een zwart-witwereldbeeld waarin goed en kwaad duidelijk tegenover elkaar staan. Dat is overzichtelijk en aantrekkelijk, zeker in onzekere tijden.’
In dat wereldbeeld staat een corrupte elite tegenover een onschuldig volk. Knevel en de andere leden van The Red Pill Journal presenteerden zich als klokkenluiders die de samenleving moesten waarschuwen.

Complotdenken biedt een zwart-witwereldbeeld waarin goed en kwaad duidelijk tegenover elkaar staan

Jan-Willem van Prooijen

Complotdenken en geloof

In de serie komt ook de relatie tussen christendom en complotdenken aan bod. Die link blijkt vooral zichtbaar binnen radicale, streng-christelijke gemeenschappen. Het gaat dus niet om het christendom in brede zin, maar om groepen die de wereld zien als een strijd tussen Goed en Kwaad. Vanuit zo’n binair wereldbeeld is de stap naar het zwart-witdenken van complotten snel gezet.

Die link wordt zichtbaar wanneer Wouter Raatgever zich laat dopen om de strijd tegen Satan aan te gaan, die hij ziet in de overheid en elite die kinderen misbruikt.

Die koppeling tussen geloof en complotdenken verschilt per land, hoogleraar Van Prooijen: ‘In de Verenigde Staten zie je zeker die koppeling tussen christendom in zijn geheel en complotdenken, vooral bij christenen die Trump steunen. In Nederland is die link minder sterk. Hier zien we vaker een verband met paranormale overtuigingen zoals telepathie, spiritualiteit of contact met overledenen.’

Still uit 'Het Complot'

Het internet en complottheorieën

Knevel en The Red Pill Journal brachten hun verhalen via YouTube en Telegram-groepen onder de aandacht. De opkomst van zulke online platforms geeft complottheorieën een nieuwe dynamiek en lijkt hun bereik te vergroten. Zo had The Red Pill Journal op zijn hoogtepunt wel tienduizend volgers. Bovendien versterken dergelijke platforms de indruk van een grote gemeenschap die hetzelfde gelooft, waardoor complotten sneller en overtuigender lijken.

Ook benaderukt hoogleraar Van Prooijen dat het internet het onderscheid tussen feit en fictie moeilijker maakt: Iedereen kan de grootste onzin online zetten, en voor veel mensen is het moeilijk te onderscheiden wat waar is en wat niet. Als iemand overtuigend en met charisma beweert dat de aarde plat is, kan dat zich net zo goed verspreiden als wetenschappelijk onderbouwde kennis.’

Populisme en complotdenken

In het europese klimaat van nu, waar rechts-populistische bewegingen terrein winnen, groeit de voedingsbodem voor wantrouwen. Hoogleraar Van Prooijen ziet daar ook een duidelijk verband met populisme en complotdenken: ‘Populisme draait om de tegenstelling tussen een corrupt overheersend systeem en het goede volk. Dat wereldbeeld maakt de stap naar complotdenken - het idee dat elites in het geheim samenzweren - klein. Populisme en complottheorieën versterken elkaar dus. 

Toch is het niet zo dat door het internet en opkomend populisme complotdenken is toegenomen. Van Prooijen: ‘Aan de ene kant zijn er indicatoren zoals de dalende vaccinatiegraad of de opmars van rechts-populistische bewegingen die dat wel suggereren. Maar als je de mate van geloof en aanhang vergelijkt met dertig of veertig jaar geleden, dan zie je eigenlijk weinig verschil. Tweehonderd jaar geleden was het waarschijnlijk veel erger. Het hangt er dus van af met welk tijdsperk je de situatie van nu vergelijkt.’

Populisme en complottheorieën versterken elkaar

Jan-Willem van Prooijen

Still uit 'Het Complot'

Kunnen we ons wapenen?

De ophitsende theorieën en bedreigingen van volgers van Knevel en The Red Pill Journal tegen Van Dissel waren zo ernstig dat het gevaarlijk werd. Knevel, Kat en Raatgever werden gearresteerd. Knevel kreeg een spreekverbod opgelegd, hij mocht niet meer praten over wat hem zou zijn overkomen in Bodegraven. Zulke maatregelen werken, zegt Van Prooijen: ‘Complotten verspreiden zich niet vanzelf, ze hebben een influencer nodig. Door hun stem te beperken, kan de impact aanzienlijk worden verkleind.’

Van Prooijen noemt ook andere strategieën om complottheorieën tegen te gaan: ‘Een manier om dat te doen is Debunking, dat wil zeggen met een complotdenker in gesprek gaan, en gewoon de argumenten rationeel ontkrachten. Het blijkt vooral effectief te zijn als een AI-bot dat doet want die heeft achtergrondkennis paraat. Prebunken is een andere manier waarbij je mensen de manipulatieve en retorische technieken leert herkennen, waardoor ze beter kunnen navigeren in de wirwar van feitjes en claims. Zelfs bij content waarschuwingen zetten dat de inhoud waarschijnlijk niet klopt, kan mensen terughoudender maken om onbetrouwbare informatie te delen.’

Volgens de hoogleraar zal complotdenken nooit helemaal weggaan. Het zit in de aard van de mens om de ander te wantrouwen en de schuld te geven, Van Prooijen: ‘Complotdenkers zijn normale mensen, zoals jij en ik. Iedereen gelooft wel eens in een complottheorie, en dat maakt je geen slecht mens. Soms is dit wantrouwen ook terecht, want corruptie en samenzweringen bestaan. Het verschil is dat sommigen er heel ver in gaan. Dat kan pathologisch worden, maar in de kern zijn het gewone mensen die proberen grip te krijgen op een onzekere wereld.’

In de kern zijn het gewone mensen, zoals jij en ik, die grip proberen te krijgen op de wereld

Jan-Willem van Prooijen

Wie is Jan-Willem van Prooijen?

Jan-Willem van Prooijen is gedragswetenschapper en bijzonder hoogleraar Radicalisering, Extremisme en Complotdenken aan de Universiteit Maastricht. Hij is tevens hoofd van de Sectie Sociale Psychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam en senior onderzoeker bij het NSCR. Zijn onderzoek richt zich op complotdenken, radicalisering en extremisme.

Reactie vanuit de omroep (EO)

Seksueel misbruik, ook binnen gesloten gemeenschappen, is een ernstig maatschappelijk probleem. De EO neemt het leed van slachtoffers uiterst serieus.

Deze serie onderzoekt niet of satanisch ritueel misbruik bestaat, maar laat zien hoe verhalen daarover in complottheorieën uitgroeien tot maatschappelijke splijtzwammen, met grote gevolgen voor vertrouwen in overheid, media en samenleving.

We willen benadrukken dat seksueel misbruik - in welke vorm dan ook - altijd onderzocht en bestreden moet worden maar maken in de serie een onderscheid tussen bewezen misbruik en onbewezen claims die, juist door hun verspreiding, grote maatschappelijke impact hebben.