Met deze week de volgende documentaires: 'Holding Liat' van Brandon Kramer, 'Water tussen ons' van Faydim Ramshe, 'Nora speelt Nora' van Lieza Röben, 'The Promise' van Daan Veldhuizen, 'Bye Bye Tiberias' van Lina Soualem, 'kus kus beng beng; van Ollie Launspach, 'Daar buiten' van Gijs Roozen.
Holding Liat (93 min.)
Vol spanning neemt Yehuda Beinin de telefoon op. Zijn vrouw Chaya luistert al even gespannen mee als hun contactpersoon bij het Israëlische leger direct van wal steekt. ‘We hebben net de lijst gekregen’, zegt die gelaten. ‘En helaas staat Liat ook vandaag niet op de lijst. Hopelijk heb ik morgen beter nieuws.’
Als ook de dag erop geen goed nieuws brengt, is Yehuda er even helemaal klaar mee. ‘Mijn hoofd staat eerlijk gezegd niet naar dit soort spelletjes’, zegt de Amerikaanse Israëliër, een ferme criticaster van de Israëlische regering. ‘Waar wachten ze op? Kom op, dit lijkt wel een stom spelletje op het schoolplein tussen de twee grootste bullebakken, om te kijken wie er het sterkste is.’
Zijn 49-jarige dochter Liat Beinin Aztili, docent geschiedenis en maatschappijleer in de kibboets Nir Oz, is bij de aanslagen van 7 oktober 2023 door Hamas ontvoerd. Ook haar echtgenoot Aviv is vermist geraakt. Slechts twee weken later sluiten regisseur Brandon Kramer en zijn team aan bij hun familie en volgen daarna van binnenuit hoe zij zich staande houden in deze onmogelijke periode.
Terwijl zijn echtgenote Chaya in hun eigen kibboets Shomrat wacht op nieuws over hun ontvoerde dochter, die in Gaza wordt vastgehouden, trekt Yehuda naar de Verenigde Staten om te lobbyen bij Amerikaanse politici. Tegelijkertijd wil hij zich beslist niet lenen voor Israël-propaganda of voor het karretje worden gespannen van Bibi Netanyahu, een leider die hij ten diepste verafschuwt.
Holding Liat (93 min.) is de aangrijpende weerslag van hun balanceeract tussen hoop en vrees, waarbij Yehuda en Chaya Beinin ook samen niet altijd op hetzelfde spoor zitten. Zeker Yehuda raakt soms overmand door woede. Hij kan zich bijvoorbeeld woest maken over religieuze fanatici die de situaties van de gegijzelden misbruiken voor hun eigen politieke doeleinden. ‘Of ze nu Joods of moslim zijn.’
Deze film toont tegelijkertijd hoe lastig het is om vast te houden aan idealen wanneer het dierbaarste bezit van een mens, z’n kinderen, op het spel komt te staan. Het is allemaal vervat in dat ene indringende beeld: op sommige schoolkluisjes, bij het klaslokaal waar Liat lesgeeft, zijn stickers geplakt. Ze vertellen, samen en los van elkaar, hun eigen verhaal: ontvoerd, vrijgelaten of vermoord.
Water tussen ons (27 min.)
Dochter Faydim Ramshe luistert. Terwijl haar moeder Farèn vertelt. ‘In het jaar dat mijn moederland veranderde, verloor ik mijn vader’, herinnert de Iraans-Nederlandse vrouw zich in de centrale voice-over waarmee ze Water tussen ons (27 min.), de korte film van haar dochter, begeleidt. ‘De man die altijd naast het bad stond te tellen.’
Farèn leerde zwemmen in het Amjadiyeh-zwembad van Teheran en geeft nu zelf zwemles aan de jonge vrouwelijke vluchtelingen die werken in haar restaurant te Maastricht. Het is een activiteit vol symboliek: in een ander land moeten zij zelf leren zwemmen en, ja, het hoofd boven water proberen te houden.
Zelf verdween ze na de dood van haar vader in een huwelijk. Dat was geen keuze. ‘Ik zei ja omdat nee onmogelijk was’, vertelt ze aan Faydim. ‘De liefde kwam later, voorzichtig. En met haar kwam jij.’ Dat bleek uiteindelijk echter niet genoeg: het huwelijk strandde en Farèn vluchtte Iran uit, naar de andere kant van de wereld. Zonder haar dochter.
In deze delicate film wordt dit vluchtverhaal, dat daarna een Nederlands asielzoekerscentrum aandoet, gepaard aan hoe zij in het hier en nu als een moederkoek waakt over haar medewerkers. Zij hebben stuk voor stuk met hun eigen thema’s af te rekenen en kunnen bij haar, die ervaren en krachtige lotgenoot, hun hart luchten.
Farèn helpt hen bij hun emancipatie en wordt er zelf ook door geraakt, laat haar dochter zien. Want zij weet ook: haar moeders onafhankelijkheid heeft er waarschijnlijk mede voor gezorgd dat ze al enige tijd alleen is. En sinds Faydim jaren later eveneens naar Nederland is gekomen, is er ook nog die vraag: ben je niet uit egoïsme weggegaan?
Behoedzaam waadt ze in deze documentaire door het water tussen hen. Door te luisteren, niet te oordelen. Net als haar moeder.
Nora speelt Nora (57 min.)
Ergens is er een kink in de kabel gekomen. Maar hoe en waar? Nora Fischer, de jonge Nederlandse zangeres die in binnen- en buitenland werd binnengehaald als een onwaarschijnlijk vocaal talent, is al enkele jaren de controle over haar stem kwijt. Ze heeft al haar verplichtingen gecanceld.
‘Ik kan ‘t gewoon niet uitleggen’, zegt ze tegen filmmaakster Lieza Röben, terwijl ze buiten de was ophangt. Misschien is ze zichzelf gaan meten aan de kwaliteit van haar stem, aan de lof die ze daarmee oogst? En als het dan een keer niet lukt, speculeert Fischer verder in de documentaire Nora speelt Nora (57 min.), bevestigt dit meteen dat ze ‘niet-lovable’ is.
Ooit was zingen volstrekt vanzelfsprekend. Op jeugdfilmpjes is te zien hoe Nora samen met haar oudere zus Paula onbekommerd het leven aanging. Toch waren er ook verwachtingen. Van hun ouders, de befaamde Hongaarse dirigent en componist Iván Fischer en de Nederlandse blokfluitiste Anneke Boeke, omdat zij hun dochters waren.
Nora Fischer viel ten prooi aan een ‘innerlijke oordeeloorlog’, waarbij ze ging invullen wat de mensen in haar directe omgeving over haar dachten, zonder dat ook bij hen te verifiëren. Voor de camera wil ze daar nu korte metten mee maken. Ze gaat zowaar zingen in een amateurkoor, brengt haar stem in bij een soort familieopstelling en begint te werken aan een persoonlijke theatervoorstelling.
Terwijl Fischer samen met een vriendin, theatermaakster Nina de la Parra, toewerkt naar de voorstelling, houdt ze Röben via audioberichtjes op de hoogte van wat er in haar omgaat. Die geven deze film een heel intiem karakter. Dapper daalt ze af in haar leven, verleden en psyche - en wat haar zou kunnen belemmeren om fris van de lever te zingen. Waar komt die faalangst vandaan?
Op een gegeven moment was ze zelfs bang voor een hoge E. ‘Die E was het begin van het einde’, constateert Fischer nu. Haar gevoelsleven is tevens verbeeld met enkele theatrale scènes, waarvoor Boukje Schweigman de choreografie heeft gedaan: criticasters die Nora vanuit de zaal besluipen, prikkende ogen in haar rug en handen die haar langzaam de adem benemen.
‘Ooit vond ik het gewoon leuk om te zingen’, zegt Nora Fischer verbeten in haar solovoorstelling De Sprong. ‘En was ‘t zo simpel als dat.’
The Promise (115 min.)
De beloofde onafhankelijkheid kwam er nooit. West-Papoea werd het slachtoffer van een schimmige deal tussen Nederland en de voormalige Nederlandse kolonie Indonesië, die onder druk van de Verenigde Staten en in de hoogtijdagen van de Koude Oorlog tot stand was gekomen. In mei 1963 werd de Papoea-bevolking vervolgens opgeschrikt door Indonesische troepen, die de heerschappij in West-Papoea, het voormalige Nederlands Nieuw-Guinea, met veel machtsvertoon overnamen. Ruim zestig jaar later gaat het Papoease volk nog altijd gebukt onder het juk van Indonesië, dat hen met harde hand regeert en elke vorm van verzet bruut de kop indrukt.
In The Promise (115 min.) reconstrueert Daan Veldhuizen hoe de Nederlandse belofte aan West-Papoea ooit werd gedaan en gebroken. Daarmee wordt deze documentaire een soort zusterfilm van In-Soo Radstake’s Indië Verloren… (2023). Nauwgezet stoft Veldhuizen een vrijwel vergeten hoekje van Neerlands koloniale geschiedenis af. Want hoewel de naar schatting tweeduizend Nederlanders met een Papoea-achtergrond alsmaar aandacht vragen voor het onrecht dat hen is (en door Indonesië nog altijd wordt) aangedaan, krijgen ze die zaak maar niet goed over het voetlicht gebracht, vertellen ze in deze ontluisterende film. Er is altijd een andere, nog nét iets urgentere kwestie.
Met prachtig, gerestaureerd 35 mm-archiefmateriaal toont Veldhuizen intussen hoe die dekselse Nederlanders zich ooit, met al hun superioriteitsgevoelens, in West-Papoea meldden, om de inheemse bevolking - primitievelingen, koppensnellers, kannibalen, als je de verhalen mocht geloven - eens te gaan civiliseren. Hij kan bovendien terugvallen op interviews met Nederlandse politici, diplomaten en goeddoeners uit die tijd. ‘Onze opdracht was om deze mensen op te voeden, ze uit de misère van het stenen tijdperk te halen, waarin zij tot nog toe geleefd hadden’, zegt één van deze ‘white saviors, die zich er ook niet voor schaamden om de schedels van de inboorlingen op te meten.
Het is een wrange geschiedenis die in 1962 tot een pijnlijke conclusie werd gebracht met de overdracht van Nederlands Nieuw-Guinea aan Indonesië. De belofte dat er een volksraadpleging zou komen onder de Papoease bevolking bleek helemaal niets waard. Een kleine zestig jaar na dato moet de Nederlandse journaliste Julia Jouwe echt de archieven in om alle achtergronden van die kwestie te kunnen vatten. Duidelijk is dat Indonesië in de optiek van de Verenigde Staten onder geen beding communistisch mocht worden. Anders zouden andere landen, volgens de zogenaamde Dominotheorie, al snel volgen. En dus moest Indonesië’s claim op Nieuw-Guinea blijkbaar worden ingewilligd.
Min of meer tegelijkertijd wierp prins Bernhard zich, namens de illustere Bilderberggroep, op als belangenbehartiger voor westerse bedrijven, die een aardige grijpstuiver dachten te kunnen verdienen aan goud- en koperwinning op het eiland in de Grote Oceaan. Intussen raakten de belangen van de Papoease bevolking steeds verder buiten beeld. Vele generaties later is daarin nauwelijks iets veranderd en lijkt de situatie in West-Papoea nog even slecht als altijd. Papoease Nederlanders spreken zich uit over dit onrecht, dat met The Promise zeer overtuigend wordt geagendeerd. Het wordt tijd dat Nederland zijn oorspronkelijke toezeggingen nakomt, vinden zij. Belofte maakt immers schuld.
Bye Bye Tiberias (82 min.)
In Tiberias, een stadje in het Noordoosten van Israël, liggen de roots van Lina Soualem. De Palestijnse filmmaakster is zelf echter geboren in Parijs. Haar moeder was hun moederland ontvlucht om carrière te gaan maken als actrice. Dat lukte. Tijdens een lange loopbaan bemachtigde Hiam Abbas rollen in speelfilms als Munich, The Visitor en Blade Runner 2049. En de afgelopen jaren was ze te zien in de gelauwerde tv-serie Succession, als de vrouw van pater familias Logan Roy, Marcia.
Toen Lina’s moeder naar het westen vertrok, was de familie echter allang weg uit Tiberias. Net als veel andere Palestijnse families werden ze in 1948 van huis en haard verdreven door de Israëli’s. Lina’s overgrootmoeder Um Ali en haar echtgenoot Hosni belandden ruim dertig kilometer verderop in Deir Hanna. Hosni bleef echter ontroostbaar. ‘Heb je mijn koeien gezien?’ vroeg hij volgens de overlevering aan zowat elke voorbijganger. ‘Mijn ezel? Mijn leven?’ Hij stierf uiteindelijk van verdriet.
Hun dochter Nemat, Lina’s oma, had nog mogen studeren op een prestigieuze school. Enkele maanden voor haar diplomering brak de oorlog van ’48 echter uit. Ze was pas zestien toen haar leven voorgoed veranderde. Lina’s oma zou een groot gezin voortbrengen, waarvan de vijfde dochter dus naar Parijs vertrok. Hiam voelde zich bekneld, te midden van dat volk zonder thuis. Ze verbrak alle banden met haar familie en herstelde die pas enkele jaren later toen Lina het levenslicht zag.
En zij, dat kind van twee werelden, onderzoekt in de persoonlijke film Bye Bye Tiberias (82 min.) nu de geschiedenis van haar familie, de drie vrouwen die haar voorgingen in het bijzonder. Ze staan nog samen op de foto: de kleine peuter Lina, als onderdeel van vier generaties in haar familie. ‘Vrouwen die leerden om alles achter te laten en elders opnieuw te beginnen’, legt zij als verteller uit. De foto is onderdeel van een soort stamboom, waarmee ze haar familie in kaart heeft gebracht.
Via het persoonlijke verhaal van deze vrouwen, haar moeder in het bijzonder, schetst Lina Soualem in deze intieme film de impact die de Nakba heeft (gehad) op Palestijnse families. Ieder van hen heeft z’n eigen verliezen geïncasseerd en daarna toch weer een weg naar voren moeten vinden. ‘Achter onze glimlach’, vertelt ze nadat ze met z’n allen uitgelaten voor een groepsfoto hebben geposeerd, ‘zit de angst die in ons slaapt. Wat als zelfs de resten van deze plek straks zijn verdwenen?’
kus kus beng beng (28 min.)
Zij moet van hem toegeven dat ze zijn transitie moeilijk vindt. Sterre Mulder vindt dat alleen wel meevallen - ook al haat haar geliefde dan zichzelf. Ollie Launspach, de maker van kus kus beng beng (28 min.), wil via zijn vriendin zijn eigen proces weergeven. Zij wil echter ‘geen projectie’ van hem zijn, zegt ze.
In deze sprankelende korte film botsen de perspectieven van de twee geliefden regelmatig. Tegelijk is ook duidelijk dat ze verkikkerd op elkaar zijn én blijven. ‘Ik weet niet hoe ik je kan vertellen hoeveel ik van je hou’, schrijft Ollie in beeld. ‘Ik weet ook niet hoe ik je kan vertellen hoeveel ik mezelf verafschuw.’
‘Trans zijn is mislukken’, heeft hij dan ook al geconstateerd, in deze wervelende vertelling over liefde in tijden van verandering. Launspach zet de camera op z’n vriendin, laat Sterre testosteron-spuiten zetten en bestookt haar - en ons - met een wirwar van woorden: voice-over, vragen en dagboekteksten.
Totdat Sterre er schoon genoeg van heeft. In de tweede helft van deze egodocu, waarmee Launspach is afgestudeerd aan de Filmacademie, neemt zij het heft in handen met haar eigen woorden. ‘Als aasgieren singelen we om elkaars verhaal heen’, schrijft ze dan. ‘Jij maakt een film over mij en ik schrijf over jou.’
Alle elementen - Launspach heeft er ook nog homevideo’s, biootjes van de één over de ander en krasse muziek bij geklutst - ballen zich samen in een energieke, straf gemonteerde klap voor je kanis, die helemaal van deze tijd is.